Met stevige stapschoenen aan en een smakelijke lunch achter de kiezen, trekken we een namiddag door de Bilzerse bossen. Meer bepaald het beeldige Munsterbos, op de grens tussen de Limburgse Kempen en Haspengouw. Op een bevallige dreef tussen statige eikenbomen ontmoeten we de Gentse Pierre en Valerie met hun dochter: de 8-jarige Ella.
Pierre: “Je kan gerust stellen dat we de afgelopen jaren ons eigen land herontdekt hebben. En daar ben ik blij om. Want het is simpelweg de moeite. In de Ardennen kwamen we al geregeld. En iedereen denkt natuurlijk meteen aan de kust als je een vakantie in eigen land plant. Maar wij verkennen graag ook eens andere Belgische oorden. Zoals het sympathieke Limburg dus. Wij zijn alvast meer dan enthousiast. Een tip voor iedereen: zet ook deze regio op je to-dolijstje!”
Valerie: “Voorheen reisden we nooit ver hoor. We houden niet zo van lange autoritten. Dus trokken we gewoonlijk naar Nederland of het zuiden van Duitsland. Maar het is goed om te beseffen dat er nóg dichterbij zoveel moois te zien is.”
Met gezin en vrienden
Pierre, een Gentse schipperszoon, is een echte stadsmens. Hij stapt al zijn leven lang vrolijk de stad rond. Valerie, dochter van een bloemist, groeide dan weer op in het West-Vlaamse Zarren.
Valerie: “Ik woonde er echt ‘op de boerenbuiten’. Voor mij was natuur van kinds af aan aanwezig, maar ik wandelde toen ik jonger was eigenlijk amper. Ik fietste vooral erg graag. Pas de laatste jaren heb ik de smaak echt te pakken.”
Pierre: “Alles te voet doen, is voor mij de normaalste zaak ter wereld. Ik kom uit een schippersfamilie. Dat speelt waarschijnlijk ook een rol. Ik denk dat er tot voor kort maar één iemand van mijn familie met een auto reed. Verder niemand. Het zit dus in mijn bloed. Als jongvolwassene leerde ik vrienden kennen die graag langere wandeltochten deden. Met hen reisde ik meermaals naar de Hoge Alpen in Frankrijk. Fijne tijden.”
Valerie: “Zodra er kinderen kwamen, boekten we regelmatig met bevriende gezinnen een huisje in de Ardennen. Eerst met buggy’s, dan enkel korte wandelingen, zodat de kleinsten het gewoon werden. Door de modder of in het donker. Daar kunnen ze wel tegen.”
Ook in Bilzen wandelt er trouwens een bevriend koppel mee. Zo heeft kleine Ella enkele speelkameraadjes in het bos. Rechts van het pad zien we plots een indrukwekkend berkenbos opduiken: een prachtig kleurenpalet van zwart-witte strepen en een deken van heldergroen. En zachte lichtstralen die door het gebladerte heen dwarrelen. Alsof een kudde zebra’s zich in het verre Limburg heeft verzameld op een dicht en schaduwrijk grasveld.
Maar … Ella heeft oog voor wat anders. Want aan de overkant duikt er een rijzige gestalte uit boven de bomen. “Kijk mama, een uitkijktoren! Gaan we naar boven?” De kinderen hollen over de houten brug over het beekje en op de trap naar boven, met de ouders achterop. Een blik op het eeuwenoude vijvergebied wacht hen op. “Waauw, wat een uitzicht! Dat had ik niet verwacht. Supermooi!”
De openheid bevalt ons hier erg. Zowel wat de mensen als het landschap betreft.
Ruimtegevoel en toegankelijkheid
Onze bronsgroene provincie was geen volledige onbekende voor het gezin. Maar deze streek en dit bos hadden ze nog niet verkend. Valerie: “Als kind kwam ik weleens op kamp in Limburg. Wat me toen al opviel en nu nog steeds, is de openheid. Het voelt hier weidser aan dan bij ons. Er is minder bebouwing, zeker als je met een centrumstad als Gent vergelijkt. En hier en daar staan er van die knappe villa’s. Dat vind ik ook weleens tof om te zien. Bovendien is niet enkel de openheid wat het landschap betreft opmerkelijk. Het is ook van toepassing op de mensen. We wisten al dat Limburgers joviale, sociale mensen zijn, maar ook hier in Bilzen is dat dus absoluut het geval. Iedereen is bijzonder behulpzaam en vriendelijk.”
Of zij aan de andere kant van het land een dagelijkse portie natuur verorberen? Pierre: “We mogen niet klagen. We wonen aan de rand van de stad, dus er is wel wat groen. En veel speelpleintjes. Maar toegegeven: het stelt niets voor tegenover het Limburgse groen. Ons ‘bos’ lijkt wel de parking van deze uitgestrekte natuurgebieden.”
Ik heb ook de indruk dat de connectie met dieren hier groter is. Hoeveel ruiters te paard zijn we al niet tegengekomen vandaag? Dat zie je bij ons amper.
Valerie: “Ik heb ook de indruk dat de connectie met dieren hier groter is. Hoeveel ruiters te paard zijn we al niet tegengekomen vandaag? Dat zie je bij ons amper. Ik denk dus dat de hobby’s hier verschillen. Ze zijn meer op het buitenleven gericht. Logisch ook, als je zo een omgeving hebt.”
Pierre: “Een tijdje terug bezochten we Alden Biesen, maar verder kenden we de stad en de regio niet. Toen logeerden we namelijk in een hoeve bij Tongeren. Nu hebben we een huisje te midden van het bos gehuurd. Heerlijk is dat. Het valt me ook op dat de mogelijkheden hier oneindig zijn. Voor wandelaars en fietsers sowieso, maar ook als andere zaken zoals cultuur, actie of speelse activiteiten je interesseren. Als je alleen al de brochures die de verhuurders ons bezorgden doorneemt, snap je het meteen. Je verveelt je hier geen seconde. Waarom zou je nog naar de Ardennen gaan?” (lacht)
Valerie: “We maken de laatste tijd ook gebruik van allerlei apps om wandelroutes en activiteiten te vinden. Ja, hier is het zelfs moeilijk kiezen. Er is zoveel te doen! Dat is wel iets typisch Limburgs, denk ik. Jullie kennen jullie omgeving en weten het ook mooi aan te bieden en toegankelijk te maken. Slim bekeken.”