Generic selectors
Exact matches only
Search in title
Search in content
Post Type Selectors

Pieknick

leaf
Rudi
“Mijn trigger om gids te worden? Ik wil dat meer mensen het eeuwenoude, sympathieke Bilzen leren kennen: een mooie stad waar altijd iets te beleven valt.”

Tijdens een Pieknick bekijken we samen met een échte liefhebber van Bilzen de stad vanuit de hoogte. We zoeken de plekjes met de fraaiste panorama’s én we nemen er enkele verrukkelijke streekproducten bij. Goed voor smakelijke gesprekken!

Een vroege zondagochtend. Terwijl het hart van Bilzen nog in een aangename rust baadt, spreken we af met local gids Rudi. Ons plan? Genieten van een 360°-uitzicht op de Borretoren én een picknick verorberen met lokaal lekkers. En dat bij een interessant gesprek over het verleden van de stad en memorabele anekdotes in zijn hometown.

Via de Begijnhofstraat bereiken we de trap die ons de Borreberg op leidt. Ver moet je er niet voor stappen. Deze beboste heuvel ligt immers op amper 100 meter van het marktplein. Een plek waar elke Bilzenaar wel herinneringen aan heeft.

Mysterieus verleden

Als je het aan Rudi vraagt, denkt hij bij het bewandelen van de Borreberg meteen terug aan zijn jeugdjaren. “Deze trappen heb ik ontelbare keren gedaan. En de toren heb ik minstens even vaak beklommen. Als jong menneke was dit voor mij en mijn kameraden hét plekje om samen te komen. En ook om wat privacy op te zoeken met je liefje natuurlijk. Nog best romantisch met dat uitzicht!” 

Op de vlakke top in het kleine, dichte bosje, bouwden ze in 1966 een uitzichttoren van 31 meter hoog. Goed voor een indrukwekkend, panoramisch uitzicht op Haspengouw, het Kempens Plateau, de terrils, de Demervallei, Genk, en zoveel meer.

Voor Bilzen zelf is dit ook geen onbelangrijke plek. Al is niet helemaal bekend wát er hier precies gebeurd is. “Ze zeggen dat er exact op deze plek vroeger, tot ver in de 15de eeuw, een burcht stond”, vertelt Rudi ons. “Die zou gebouwd zijn omstreeks het jaar 1000 om de inwoners van ‘Belisia’ te beschermen. Vandaar de naam Borre. Die burcht zou vervolgens verwoest zijn door Maximiliaan van Oostenrijk in 1483 en daarna nooit herbouwd. Maar … in feite zijn er bij archeologische onderzoeken nooit resten van de vesting zelf teruggevonden, enkel van een omwalling hier wat verderop. Het volledige verhaal kennen we dus niet. Heeft er hier ooit een kasteelheer gestaan, uitkijkend over zijn domein? Werd er ooit gevochten? We weten het niet zeker. Eeuwen later stond er hier in elk geval wel een kapel, gewijd aan het Heilig Kruis, te bereiken via een voetpad vanaf het Begijnhof. Maar ook die werd in 1800 afgebroken.”

Wat de geschiedenisboeken ons ook bevestigen, is dat Bilzen een eeuwenoud stadje is. En al die tijd van groot belang, onder meer dankzij de strategische ligging op twee routes tussen Keulen en Parijs. “De eerste stadsrechten dateren al van 1251, toen we deel uitmaakten van het Graafschap van Loon. Zowat een eeuw later, in 1366, werden die stadsrechten herbevestigd. Vanaf dat moment behoorden we tot het prinsbisdom Luik. Die stadsomwallingen, zoals de Ridderwal, waar dus wel nog sporen van te vinden zijn, duiden erop dat Bilzen een zogenaamde ‘Goede Stede’ was: een van de voornaamste steden in het prinsbisdom. Zonder die titel mocht je namelijk geen omwalling bouwen. Voor het prinsbisdom was het wellicht van tel dat hier toen een abdij met aanzien lag: de Abdij van Munsterbilzen. Die abdij lag er trouwens al voordat er sprake was van Bilzen.”

Bilzen, ich héb een eegske op dich. Want dich bès vér te staele. Bilzen, d’n allersjunste bès dich. Ve zulle os haaj nauts vervaele.

Biesonder boeiend

Waarom Bilzen dan nooit is uitgegroeid tot een grote stad? “Wellicht heeft dat met de omliggende steden te maken: Hasselt, Maastricht, Tongeren, … Meerdere steden op een beperkte oppervlakte worden vroeg of laat concurrenten wat groei betreft. Volgens sommigen zou het feit dat de abdij en de Landcommanderij een stukje buiten de stad liggen ook een rol spelen. Ik ken de echte oorzaak niet, maar ik vind Bilzen in elk geval perfect zoals het is.” Een visie die velen met hem delen. De stad is namelijk behapbaar gebleven: je hebt alles wat je maar wil binnen wandel- of fietsafstand. Bovendien is de dorpsambiance hier nog steeds voelbaar. Twee voordelen die Bilzen een aantrekkelijke plek maken voor bewoners van naburige gemeentes en toeristen van heinde en verre. 

Bilzen promoten, dat is waar Rudi zich dus 200% voor inzet. Als geboren en getogen Bilzenaar is hij namelijk bijzonder trots op zíj́n stad. “Oké, ik ben officieel dan wel geboren in Hasselt, maar op die paar dagen in het ziekenhuis na, spendeerde ik mijn hele leven hier. Meer bepaald in het gehucht Spurk. Ik zou het niet anders gewild hebben. Geef toe: dit is toch een schitterend Demerstadje. Ik wil dat iedereen deze mooie plek in Zuid-Limburg leert kennen en maak daar een beetje mijn missie van als gids. De stad heeft een rijke geschiedenis die het vertellen waard is.”

Rocken onder de kerktoren

Geef Rudi een teletijdmachine en hij zou meteen terugreizen naar een van de zwoele zomers op het legendarische festival Jazz Bilzen. “Zie je daar de kerk? Iets meer naar rechts ligt wat ik noem de heilige grond: de plek waar Jazz Bilzen plaatsvond van 1965 tot 1981. De eerste editie vond nog plaats vlak naast de brandweer, maar elk jaar schoof het een beetje op tot ‘De Del’ de vaste plek werd. Het is de moeder van alle Europese festivals. En dat zeg ik zonder te overdrijven. De organisatoren van Rock Werchter, Pukkelpop en allerlei rockconcerten deden hier veel inspiratie op.”

In je jonge jaren meehelpen op een beroemd, zelfs berucht festival, dat moet toffe anekdotes opleveren. “Ik heb er inderdaad wat meegemaakt. In het begin deed men alles zelf, redelijk amateuristisch, want er was nog niet veel budget. De elektriciteit voor de installatie op het podium? Die haalde men gewoon bij mensen thuis. Ze staken de kabel in het stopcontact van een van de huizen hier in de buurt. Er wordt verteld dat op een bepaald moment de elektriciteit uitviel. Men hoorde plots niets meer. De band – ik weet niet meer precies wie toen optrad – kon niet meer verder spelen. Even paniek, natuurlijk. Ze gingen op zoek naar de oorzaak. Wat bleek nu? De bewoner van het huis waar onze kabel instak, wou zich even scheren. En hij had dus de stekker simpelweg uitgetrokken om zijn scheerapparaat in te steken!” (lacht)

Op de Borreberg in Bilzen stond mogelijk een burcht of mottetoren. Een uitkijktoren biedt je er nu een panoramisch uitzicht op de Demerstad en omgeving.

Borretoren

Borreberg, Bilzen

31m hoog

gratis

Pistolets voor Tina Turner

En ook over de artiesten zelf heeft hij wel wat te vertellen. De line-up was vaak niet min. Belgische en Nederlandse toppers zoals Toots Thielemans, Wannes Van de Velde, Golden Earring en Boudewijn De Groot traden er op. Maar evengoed AC/DC, Aerosmith, The Police, Blondie, Lou Reed en Deep Purple rockten er de stad bijeen. Zelfs Tina Turner kwam er het beste van zichzelf geven.

“Toen ik 17 jaar oud was, was ik verantwoordelijk voor de broodjes voor de artiesten. Ik moest pistolets smeren en ze naar hun campers brengen. In die tijd waren dat van die kleine, bolle caravannetjes. Goed, ik stap dus met mijn schotel vol pistolets een camper binnen, wie staat daar: Tina Turner. Maar niet in haar vertrouwde outfit. Nee, helemaal naakt. Euh, ik stond als jonge knaap natuurlijk met mijn mond vol tanden. Ik kon geen woord meer uitbrengen. Waarop zij om het ijs te breken gewoon zei: “I just wanted to change clothes.” Geen vuiltje aan de lucht voor haar. (lacht) Dus ja, ik gaf dan maar mijn plateau af en vertrok zo vlug ik kon. Maar ik krijg dat beeld sindsdien niet meer uit mijn hoofd. En het ergste van al: ze heeft zelfs niet van mijn pistolets gegeten!”

Sappig taaltje

Wat politiek betreft, heeft Bilzen best wat bekende koppen voortgebracht. Heel wat ministers komen van hier. Maar er is er maar eentje die Rudi altijd bijblijft: Camille Huysmans. “Als je richting Hasselt kijkt: daarachter ligt Antwerpen. Het doet me altijd aan hem denken. Hij is geboren in Bilzen, ging talen studeren, werd journalist, leraar en politicus. En na de Eerste Wereldoorlog verhuisde hij naar Antwerpen. Daar schopte hij het tot schepen en burgemeester van Antwerpen. Hij stond er aan het hoofd toen de Kennedytunnel geopend werd. Later werd hij zelfs eerste minister. Maar zijn authentieke, Bilzerse humor verloor hij nooit. Een reporter van de BRT dacht ooit hem een slimme vraag te stellen, omdat hij letterkundige was. Hij vroeg: “Wat is de juiste uitspraak: tunnel of tunnèl? Waarop Camille zei: “Meneer, is het nu pummel of pummèl?” Dat was Huysmans ten voeten uit. Heerlijk. Volgens mij was hij nog best trots op zijn afkomst, op zijn Bilzerse roots. Dat hebben vele Bilzenaren, denk ik. En ons taaltje nemen we vaak ook mee.”

Het Bilzerse dialect is inderdaad markant en memorabel. Het heeft wat van het Duits weg. “Dat horen we hier vaak. Maar wist je dat het eigenlijk omgekeerd is? Er doet al eeuwen een verhaal de ronde dat er een briefje met enkele Bilzerse zinnen erop in de Demer belandde. En niemand minder dan Hendrik Van Veldeke pikte het briefje uit het water in Hasselt. Het zouden de eerste Nederlandse woorden zijn. Maar hij verhuisde wat later naar Duitsland en begon er gedichten te schrijven. Je raadt het: met die woorden als inspiratie. Dus ik denk eerder dat het Duits lijkt op het Bilzers!”

Bilzerse lêk-m’n-lippe

Een hongertje steekt op. Omdat de bries op de toren iets te fris wordt, gaan we op zoek naar een plekje in de zon om van de picknick met streekproducten te smullen. We wandelen de Borreberg weer af en installeren ons op een bankje in het Park Haffmans of het Demerpark, aan de voet van de helling, waar de Bilzermolen vandaag even niet draait. Oorspronkelijk was dit de tuin van een notarishuis van de familie Haffmans. Nu is het een modern stadspark waar joggers, kinderen en zondagse wandelaars zich uitleven. Opvallend in het midden van het grasveld, staan enkele kleurrijke beelden. “Dat is het laatste wat er nog overblijft van Jazz Bilzen. Fijn om te zien.”

Oh, een Bilzerse lêk-m’n-lip. Daar gaat mijn hart sneller van slaan.

En dan is het tijd om de picknickmand te verkennen. “Oh, een Bilzerse lêk-m’n-lip. Daar gaat mijn hart sneller van slaan. Iedereen in Bilzen kent het wel. De lolly heeft dan ook de kleuren van onze stad: rood, groen en geel. Ze maken dat snoep hier een beetje verderop, in de Spelverstraat.”

Ook het Biesonder Appelsap smaakt. En Rudi geniet van een boterham met lokaal gebakken notenbrood met Siroop van Spouwen erop. “Sjroêp van Spaan, noemen we dat eigenlijk. Ook die honing uit Hoelbeek is trouwens de moeite. Het toeval wil dat die gemaakt wordt door de zoon van mijn beste kameraad: Enzo Vandevenne. Ik ken zijn vader, Pieter, ex-voetbalscheidsrechter, al 63 jaar.”

Toasten doen we met een glaasje Schorpion, uit het naburige Vliermaal. De Biesondere Stroopwafeltjes houdt hij voor later. “Daar ga ik seffens bij een kop koffie nog van genieten.” Of hij nog meer Bilzers lekkers aan kan raden? “Ik ben gek op e Bilzers Rolleke, een soort gehaktbroodje dat je bij de slager in het centrum vindt. En Briëmelevloj natuurlijk. Een superlekkere kruimeltaart is dat.”

Al die streekproducten zijn voor Rudi nog maar eens een reden om Bilzen en de provincie aan te prijzen. “Ik besef dat ik chauvinistisch klink, maar deze stad en heel Limburg zijn toch fantastisch? De natuur, cultuur, keuken, … Limburg alleen, zau ès t’er mêr een!”

Ik besef dat ik chauvinistisch klink, maar deze stad en heel Limburg zijn toch fantastisch