Rudi Boelen, voorzitter van de Bilzerse stadsgidsen, kent Bilzen door en door. Van verborgen plekjes tot bekende pareltjes!
Rudi Boelen kent Bilzen door en door. Niet moeilijk want hij is sinds 1989 voorzitter van de stadsgidsen. In die bijna 35 jaar toonde hij samen met zijn collega-gidsen vele duizenden bezoekers hoe mooi Bilzen wel is. We ontmoeten Rudi in het Engels Park in de Landcommanderij Alden Biesen en daar is een goede reden voor.
“Enkele jaren geleden volgde ik een gespecialiseerde opleiding bij het Provinciaal Natuurcentrum. Sindsdien mag ik me officieel parkgids noemen. Mijn eindwerk ging over dit park. Weinig mensen beseffen hoe uniek het Engels Park van Alden Biesen is, o.m. dankzij de kijkassen en de foliegebouwtjes, zoals de Minervatempel, de Tataarse huisjes en de belvedère. Ik vind het heerlijk om samen met toeristen deze locatie te ontdekken en de geschiedenis ervan uit de doeken te doen. Wist je trouwens dat er aan Martin’s Rentmeesterij oorspronkelijk een gelijkaardig park lag? Vandaag de dag is het ietwat vergeten.”
Het Engels Park telt verschillende verborgen plekjes: “Neem de ijskelder. Haast niemand kent de put waarin men vroeger het ijs van de vijver en de slotgracht liet vallen tot in de gewelfde kelder. Velen dachten dat die put naar een geheime gang leidde. Voorts is er de mysterieuze grot. Daar moet vroeger een soort van fontein geweest zijn. In de muren zitten brokstukken van oude standbeelden verwerkt. Die fascineren mij enorm: vanwaar kwamen die sculpturen?”
Als gids merkt Rudi dat de meeste bezoekers vooral vertrouwd zijn met de trekpleisters in het centrum en met Alden Biesen: “Als de zon schijnt, stikt het hier van de dagjestoeristen, fietsers en wandelaars. Niet voor niks dat het aantal verblijfsmogelijkheden de hoogte blijft inschieten. De Landcommanderij is trouwens ook voor Hoeselt een baken. Met de fusieplannen in het achterhoofd kijken we ernaar uit om het erfgoed ginds net zo goed in de kijker te zetten.”
Als de zon schijnt, stikt het hier van de dagjestoeristen, fietsers en wandelaars.
Kan iemand die zo intensief bezig is met de lokale geschiedenis en bezienswaardigheden nog verrast worden door zijn stad? “Absoluut”, knikt Rudi enthousiast. “Los van het historische stadscentrum zijn er ook in de deelgemeenten ware ontdekkingen te doen. Je vindt daar echt alles: van prachtige gebouwen tot landschappen die zelfs de grootste cynicus in vervoering brengen. Daarom organiseren we er regelmatig geleide wandelingen en rondritten met de groene wagentjes.”
Tot slot: welke zijn Rudi’s persoonlijke favorieten in Bilzen? “De begraafplaats aan de Hasseltsestraat blijft me intrigeren. Er staan heel wat grafmonumenten van aristocratische families uit de negentiende eeuw. Ze bevatten een schat aan inscripties en symboliek. Aan de hand daarvan kom je veel te weten over het toenmalige leven in Bilzen. Daarom alleen al is de begraafplaats echt een bezoek waard. Voor de geïnteresseerden: elk jaar geef ik er op twee november een rondleiding langs de interessantste graven.”
“Voorts kan het kleurenspel in de glasramen van de Sint-Mauritiuskerk op de Markt me blijven ontroeren. Zeker in het besef dat mijn voorouders daar ooit ook muisstil in bewondering stonden te genieten.”
Het kleurenspel in de glasramen van de kerk blijven me ontroeren.